- Leg de zak op het voorpand, met goede kanten op elkaar.
- De bovenste naadlijn is aangegeven met merktekens op het patroon. De onderrand van de zak ligt naar de halslijn gericht. Leg de randen van de zak gelijk met de merktekens op het patroon. Leg de bovenrand van de zak iets minder dan 1 cm over de naadlijn heen.
- Stik de bovenste naad van het zakdeel aan het voorpand.
- Leg het zakdeel over de naad heen zodat de onderrand nu gelijk ligt met de onderrand van het voorpand.
- Gebruik een lange steeklengte (minstens 4 mm) en een smalle naadwaarde (1/2 cm) om de onderrand van de zak op z'n plaats te houden. Dit is optioneel, maar houdt de zak op de juiste plek terwijl je de rest van de trui in elkaar zet.
- De kant van de mouw met de scherpe punt bovenaan is de achterkant van de mouw. Dit is ook aangegeven met een dubbel merkteken op het patroon.
- Leg de goede kanten van de mouw op de goede kant van het voorpand. Let op dat het merkteken op het voorpand overeenkomt met het merkteken op de mouw. Stik deze naad. Herhaal voor de andere mouw.
- Om de naad af te werken kan je één van deze methodes gebruiken:
- Gebruik een overlock op de naad in één keer te stikken en af te werken. Dit is snel en makkelijk, maar ziet er minder verfijnd uit.
- Als je geen overlock wil, of een iets luxueuzere finish, stik de naad dan met een rechte steek op je gewone naaimachine. Strijk de naadwaarde open aan de verkeerde kant. Stik dan aan de juiste kant net naast de naad, aan beide kanten. Knip de extra naadwaarde voorzichtig weg. Dit ziet er heel netjes uit, maar duurt wat langer.
- Een andere optie zonder overlock is de naad met een rechte steek naaien. Daarna werk je de naadwaarde samen af met een zigzagsteek naast de rechte steek. Knip de extra naadwaarde voorzichtig weg. Dit imiteert een overlock, en is sneller dan optie (2).
- Leg de goede kanten van de mouw op de goede kant van het achterpand. Let op dat het dubbele merkteken op het achterpand overeenkomt met het dubbele merkteken op de mouw. Stik de naad, en werk op dezelfde manier af als op het voorpand.
- Leg de randen van de mouwen en het voor- en achterpand met goede kanten op elkaar.
- Stik de zijnaad en de mouwen aan elkaar met één lange naad. Begin aan de taille en ga in één keer door tot aan de pols. Je kan aan de onderarm stoppen om van kleur te veranderen voor de mouw, mocht dat nodig zijn voor je design.
- Werk de naadwaarde af zoals in stap 2. Als je de mouwen met een sierstiksel afwerkt zal je rustig aan moeten doen, aangezien je in een tunnel aan het naaien bent..
- Leg de ene kap over de andere heen, met goede kanten op elkaar.
- Leg de naden van de middenste panelen op elkaar en speld vast.
- Stik langs de buitenrand van de kap met 1 cm naadwaarde. Knip de naadwaarde niet bij.
- Keer de kap naar de goede kant en strijk de buitenrand plat.
- Stik langs de rand van de kap, ongeveer 1,5 à 2 cm van de rand. Zorg dat je zeker naast de naadwaarde stikt, en dat die niet mee vastgestikt wordt. Dit zorge voor een decoratieve rand. De naadwaarde in de rand geeft alles wat extra volume.
- Om de kap te sluiten lock je de lagen samen langs de halslijn. Als je geen overlock hebt, gebruik dan een zigzagsteek.
- (Optioneel) Als je gaten hebt gemaakt voor een koordje kan je dit er nu doorheen halen.
- Leg de uiteindes van de halsbies met goede kanten op elkaar en stik vast met 1 cm naadwaarde om een ronde band te vormen.
- Begin aan de achterkant, en leg de goede kant van de kap op de goede kant van de halslijn. Leg het middendeel gelijk met de achterkant van de halslijn.
- Speld de kap aan de halslijn, van achter naar voor.
- Leg de goede kant van de halsbies tegen de buitenste halslijn (dit wordt de binnenkant van de kap). Speld de bies aan de kap.
- Lock of zigzag alle lagen samen met 1 cm naadwaarde. Controleer of je overal alle lagen meegestikt hebt.
- Verstevig de punten waar de halslijn de mouwnaden kruist. Gebruik een rechte steek op de naaimachine om deze naden te stabiliseren.
- Vouw de bies over de onafgewerkte rand van de halslijn en speld vast.
- Stik de halslijn langs de goede kant op 1 cm van de naad door om de bies vast te zetten. Dit zou moeten lukken met een rechte steek zolang de halsopening redelijk los is als je de trui past. Als de opening klein is, gebruik dan een zigzagsteek.
- Als je boordstof licht of dun is kan je de manchetten en tailleband twee keer zo hoog knippen en dan dubbel plooien.
- Leg de manchetten en tailleband met de goede kanten op elkaar en stik dan op 1 cm van de korte rand om er gesloten cirkels van te maken.
- Plooi dubbel langs de lange rand om de manchetten en tailleband te vormen. Stik of lock langs de open randen om ze te sluiten.
- Leg de naad van de manchet gelijk met de naad van de mouw. Speld, met de goede kanten samen.
- Speld de andere kant.
- Lock (of zigzag) de boordstof aan de mouw. Rek de boordstof zachtjes uit tot de manchet en mouwopening even lang zijn. Verwijder spelden voor ze in de overlock terechtkomen.
- Knip de onderrand van de zak bij als die langer is dan de onderrand van de trui.
- Let op dat de tailleband gelijkmatig verdeeld is over de onderrand van de trui.
- Lock of zigzag de tailleband, en rek deze ook zachtjes uit zodat de boord en trui even lang zijn. Stik met de hoodie bovenaan zodat je kan zien of alle lagen mee in de naad zitten.
- Stik de onderste randen van de zak aan het voorpand om ze definitief te bevestigen.